Recensies

Brits imperialisme kent geen grenzen

Uitgave

'Het einde' luidt de ondertitel van het tiende deel van de stripcyclus Charley's war. Het einde van wat, kun je je afvragen. Het einde in ieder geval van een succesvolle stripserie die in korte episodes (drie pagina’s) in het jeugdblad Battle Picture Weekly werd gepubliceerd gedurende de jaren 70-80, met tekenwerk van de in 1987 overleden Joe Colquhoun. Een ongewenst einde volgens initiator en schrijver van de serie Pat(rick) Mills – drager van de officieuze titel 'Godfather van de Britse strip'. Hij had het verhaal, met tekenaar wel voort willen bouwen richting de volgende oorlog, maar kreeg geen budget voor het onderzoek, volgens hemzelf vanwege het subversieve karakter van zijn oorlogsverhalen. Want die ondertitel duidt zeker niet op het einde van oorlog. De playground van Charley – het westelijk front van de Grote Oorlog (WOI) - gaat na een intermezzo naadloos over in de gruwelen van de Blitzkrieg (WOII).
Alhoewel intermezzo… Wie denkt dat de gevechtshandelingen van het Britse leger (niet voor niks ook wel expeditionary force geheten) eindigden op 11 november 1918 heeft het mis. Een onderbelicht historisch feit is dat Britse en Japanse troepen al eind 1918 landden in Vladivostok om 'de bolsjewistische baby in de wieg te smoren', aldus Winston Churchill. Charley was aan boord en deze mislukte operatie behelst de laatste episodes van zijn avonturen aan het front. Mills veronderstelt in zijn nawoord dat deze ‘onthullingen’ hem niet in dank zijn afgenomen omdat ze een smet werpen op het heldhaftige imago van the kings army, terwijl het hem daar juist om te doen is. Liefst had hij ook een boekje open gedaan over de financiering van Benito Mussolini door de Britse overheid, de voorrang die Britse officieren namen bij de evacuatie van Duinkerken, het bevel om geen Japanse krijgsgevangenen te maken en Churchills werkelijke redenen om Berlijn te bombarderen in 1940.
Dat blijft ons allemaal onthouden. Chárley’s oorlog is toch de Eerste Wereldoorlog. Die eindigde op 11 november 1918 om 11.11u in de ochtend. Het laatste (mythische) slachtoffer sneuvelde aan het Meuse-Argonne-front om 11 uur ’s ochtends. Zijn naam was Henry Gunther, Amerikaans soldaat van Duitse afkomst. Deze cynische conclusie was het resultaat van de uiteindelijke interventie van het Amerikaanse leger op de slagvelden in Europa. Die was het gevolg van de (volgens Mills door Churchill uitgelokte) duikbootaanval op de Lusitania, een passagiersschip met circa tweeduizend passagiers. Bij het vergaan van het schip kwamen 128 Amerikaanse burgers om. Dit veranderde de publieke opinie in het thuisland en bracht president Wilson ertoe het isolationisme los te laten (ik wil Starner noch Zelensky op ideeën brengen). De eindafrekening van ‘The Great/Shit War’ leerde dat er om en nabij tien miljoen militaire doden waren gevallen, dit naast zeven miljoen burgerdoden en wereldwijd 'tussen de vijftig en honderd miljoen' slachtoffers van de Spaanse griep in 1918 zou veronderstellen dat de mensheid met een schone lei had kunnen beginnen. Afijn, we weten wat daarvan terecht is gekomen. Charley Bourne heeft wel het eeuwige leven en blijft ons, mede dankzij deze uitgave, een spiegel voorhouden. De boodschap is dezelfde als die van Harry Patch, de laatste Tommy van Passchendaele, die in 2009 op 111-jarige leeftijd overleed: 'War is nothing less than organised murder'. Opdat wij niet vergeten.


TL



Charley’s oorlog 10
Het einde

Patrick Mills; Joe Colquhoun
Hum 2025
harde kaft
ISBN: 978-90-8344-926-5
Prijs: € 20,95
120 pagina's
zwart/wit
Stripschrift 497

Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Privacy en voorwaarden Accepteer Weiger