Dit jaar viert Standaard Uitgeverij het vijftigjarig bestaan van Willy Vandersteens bekendste geesteskinderen. Peter van Hooydonk, dezelfde van de schitterend geïllustreerde biografie Willy Vandersteen, De Bruegel van het beeldverhaal (1994), schreef het jubileumboek Suske en Wiske 50 jaar (1995). Paul Geerts wilde kennelijk niet achterblijven. Ook hij kwam met een eerbetoon in De 7 schaken, het 245e album in de Suske en Wiske-reeks.
Geerts nam in 1972 de strip over van zijn mentor en inspirator. Over de scenario's en grappen overlegde hij nog regelmatig met Vandersteen. De nestor van de Vlaamse strip overleed in de zomer van 1990. Hij werd 77, een mooie leeftijd voor een striptekenaar; strips zijn er immers voor jongens van 7 tot 77 jaar.
De eerste aflevering van Rikki en Wiske verscheen in het dagblad De Nieuwe Standaard, op 30 maart 1945. Rikki werd al gauw om een boodschap gestuurd en hij kwam nooit meer terug. In het tweede avontuur, Op het eiland Amoras maakt Wiske kennis met Suske. Hij volgt Wiske naar Vlaanderen en sindsdien vormen ze een onafscheidelijk duo. Tante Sidonie, Schalulleke (later voor de fatsoensrakkers in Nederland omgedoopt in Schanulleke) en professor Barabas zijn er vanaf het begin al bij (al heette de professor eerst Wargaren). In De Sprietatoom (1946) speelt Lambik zijn eerste rol. Jerom volgt pas in De dolle musketiers (1952).
Willy Vandersteen maakte de strip voor kinderen en die moesten zich met de hoofdrolspelers kunnen identificeren. Slechts in de decors, bij voorbeeld het interieur van de woonkamer en keuken van Sidonia is te zien dat het verhaal in een bepaalde periode is getekend. 'Ik zie er nog goed uit voor mijn leeftijd, hè!, zegt Wiske dan ook met recht in De 7 schaken. In het verhaal keren Suske, Wiske, Lambik, Jerom en Sidonia (in een droom) terug naar het Antwerpen van 1925. Lambik en Jerom ondergaan een verjongingskuur. Samen met Suske komen ze op de katholieke jongensschool in de klas van broeder Nestor. Daar treffen ze de twaalfjarige Willy Vandersteen. Samen met Barabas (zoontje van een notaris en gekleed in een matrozenpakje) nemen ze het op tegen een jeugdige Krimson. De al vroeg gewetenloze schurk terroriseert met de reus Druon Antigoon de scheepvaart op de Schelde.
Geerts maakt gebruik van een legende over het ontstaan van Antwerpen. In de Romeinse tijd hakte de reus Antigoon de hand af van schippers die weigerden tol te betalen. Salvius Brabo, een neef van Julius Caesar verloste de schippers van hun tiran. Hij hakte de hand van Antigoon af en wierp die in de Schelde. Vandaar de naam (h)andwerpen.
In De 7 schaken krijgt Brabo de steun van onze helden en Willy Vandersteen. Het verhaal is een mix van de gebruikelijke ingrediënten: een geheimzinnige figuur, een strijd van goed tegen kwaad, dolle en domme streken en semi-historische figuren. Natuurlijk zijn er tekstgrapjes. De politieagent heet Gardevil en wanneer Wiske sprakeloos is van woede tekent Geerts een leeg tekstballonnetje. Ongebruikelijk is dat het avontuur zich afspeelt in een droom. Er zijn wat beelden van het volkse Antwerpen in de jaren twintig, er valt dialect te beluisteren, de strijdkreet van Lambik is 'Seefhoek vooruit' en het verschil tussen Sinjoren en Pagadders wordt uit de doeken gedaan.
Een klassieker zal De 7 schaken echter niet worden, daarvoor is het scenario te mager en de plot te voorspelbaar. Lambik, Jerom en Barabas zijn als volwassenen ook overtuigender. Het eerbetoon is, ondanks dat het extra dik is nogal mager uitgevallen. De nummers 100 - Het gouden paard en 150 - Het Spaanse spook - waren bijzondere uitgaven. Album 200 - Amoris van Amoras - was speciaal omdat het een parade van Vandersteencreaties bevatte. Het is te hopen dat Geerts voor het echte jubileumalbum - het 250e - inspiratie krijgt uit de striphemel.