Sam is het geesteskind van Jan Bosschaert en Marc Legendre. Zij heeft een voor meisjes wat eigenaardige voorliefde: ze houdt van auto's en werkt in een garage. De eerste korte verhalen van Sam speelden zich af in en rond die garage en verschenen in allerlei speciale uitgaven van uitgeverij Standaard, maar vanaf 1990 kreeg zij een eigen reeks en de verhalen werden langer.
Sam is een leuk karakter. Het is een dromerig meisje dat fantaseert over snelle auto's en mooie mannen, maar intussen beleeft zij zelf allerlei avonturen en bestrijdt zij het onrecht in haar eigen omgeving.
Maar Sam is de oude niet meer. Sinds ze een uitstapje maakte naar Frison-sur-Mer en daar getuige was van een moordcomplot (in album 5: De kikkerpoel) begint ze op een echte stripheldin te lijken en zijn haar belevenissen even avontuurlijk als haar dromen.
Circus Campioni is een soort vervolg op De kikkerpoel. Swinburne en Powell, de door Guy de Maupassant bedachte schurken uit De kikkerpoel keren erin terug, evenals de mooie Maxime. Zij maken het Sam moeilijk als zij gaat helpen bij een circus dat haar dorpje aandoet. Tot haar grote schrik ziet ze dat ook Powell en Swinburne deel uitmaken van het circusgezelschap. Wat doen zij in Sams dorpje en hebben ze haar herkend?
Sam maakt steeds gekkere dingen mee, droom en werkelijkheid beginnen door elkaar te lopen. Misschien is dit de bedoeling van de auteurs, maar ik heb het gevoel dat de opzet van deze serie begint te verwateren.
Ik ben dol op Bosschaerts tekenwerk en ik houd nog steeds van Sam, maar de Sam uit de eerste vier albums is mij liever dan de Sam in De kikkerpoel en Circus Campioni.