Soms zou je als striplezer twee auteurs wel eens willen samenbrengen, omdat je denkt dat uit hun ontmoeting schitterende strips zouden kunnen voortvloeien. En soms tart de werkelijkheid de verbeelding van de lezer. Twee monumenten van de strip roepen in El Gaucho immers een historische reconstructie op zoals we die graag zien: levendig. Milo Manara en wijlen Hugo Pratt hadden al eens een prachtprestatie afgeleverd (lndian Summer) en nu is de voorlaatste Pratt (het tweede deel van Fort Wheeling volgt nog) dus ook door Manara in verrukkelijke beelden omgezet.
Pratt zet een hele reeks geloofwaardige personages neer, allemaal mensen op zoek naar waardevolle ideeën, op een explosief moment in de geschiedenis. In 1806 ligt een Engelse koloniale vloot voor anker voor de kust van Argentinië. Aan boord: adellijke militairen, kleurrijke matrozen en Ierse hoertjes. Centraal staat de relatie tussen het lievelingetje van de commandant, Molly Malone (uit het liedje?) en een tamboer, Tom Browne. Dat gegeven brengt Pratt ertoe enkele van zijn geliefkoosde thema's aan te snijden: vrijmetselarij (Fabel van Venetië), de onbereikbare vrijheid, militarisme en oorlog (De woestijnschorpioenen) en de schoonheid van verre bestemmingen en vreemde culturen (Corto Maltese). Pratts werk in een rijk gevulde en originele notedop dus.
Manara's tekenwerk is weer functioneel artistiek en sensueel. Vanzelfsprekend gaat zijn enthousiasme zichtbaar uit naar de vrouwelijke personages, die hij met veel liefde en gevoel voor anatomie op papier zet. Alleen Jan Bosschaert kan hem wat dat laatste betreft misschien evenaren. Déjà vu, zegt u? Misschien wel, maar de kunstigheid straalt van de platen en wekt Pratts uiterst genuanceerde personages tot leven.
De enige kanttekening die ik bij dit album wil maken betreft de hoogte van de verkoopprijs. Maar voor die hoge prijs haal je een klapper in huis, dat wel.