Een biografische strip, is dat wel een goed idee? De eerste twee, drie albums waren sterk en grappig omdat de situatiehumor zo herkenbaar was. Gewoon scènes uit het dagelijkse leven. Uit dat van stripauteurs dan. Maar om de serie Arme Lampil ten volle te begrijpen moet je Raoul Cauvin en Willy Lambilotte (Lampil dus) een beetje kennen. Cauvin is de joviale Belg, een levensgenieter die niet te beroerd is om de gekste dingen te doen om zijn fans te plezieren. Hij is goedlachs en heeft vaak grote pretlichtjes in zijn ogen. Hij is altijd een kleine jongen gebleven ondanks zijn leeftijd. Niks is hem teveel. Hoewel alles zijn grenzen heeft natuurlijk. Lampil is de huiselijke tekenaar die liever niet buiten komt en in zijn eentje doet wat hij moet doen. Hij heeft de hele heisa rond zijn persoontje niet nodig en bedankt dan ook feestelijk voor alle publieke optredens. Zeer sociaal kun je hem niet noemen. Beiden kunnen ze flink mopperen en dat gegeven werd gebruikt om een stripreeks rond te bouwen. Puur voor de lol, beweert Cauvin. Klopt, want echt verkopen doet het niet: een kwart van de oplage van De blauwbloezen en amper de helft van Stefan. (Voor een kleine uitgeverij is dat veel maar voor Dupuis is dat peanuts.) En de verkoop zal volgens mij nog achteruit boeren. Want je kunt niet blijven zeuren over je gezondheid, een lastig publiek op een stripfestival, de vriendinnen van je vrouw, de schoolresultaten van je zoon of de dochter van de slager. Voor mijn part mogen ze er mee ophouden. Dat hebben ze ooit gedaan na het derde album. Vraag blijft, waarom ze ooit herbegonnen zijn? Zat daar iemand op te wachten?