Jean Dufaux heb ik leren kennen als een wisselvallige scenarist, die zelfs niet altijd in staat is om een aanvaardbaar niveau voor pulp als Pokervrouw en Jessica Blandy te bereiken. Op verzoek van de redactie van Stripschrift bespreek ik nu twee van zijn recente pennevruchten. Ze bevestigen mijn mening over hem, want het ene verhaal is zwak, het andere beslist heel aardig.
Dat eerste verhaal is Blackmore uit de reeks De klaagzang van de verloren gewesten. Ondanks de zeer matige kwaliteit ervan heeft Dufaux voor het tekenwerk een stripmaker van naam weten te strikken: Grzegorz Rosinski. Met één van de beste scenaristen die de stripwereld rijk is, maakt hij het onvolprezen Thorgal. Wat de begenadigde Rosinski ertoe brengt om zijn talenten te verspillen aan een derderangs scenarist als Duchâteau met Hans of nu weer een derderangs scenario als dat van Blackmore, is mij een raadsel. Of valt dit te verklaren uit het feit dat het aantal goede scenaristen op de vingers van één hand te tellen is? Met andere woorden: moet Rosinski het zo nu en dan met minder doen, omdat anders zijn inktpotje verdroogt en de kachel ophoudt te branden?
Blackmore is een bijeengeschraapte verzameling clichés, waar niets origineels mee gedaan wordt. De slechterik woont nota bene in een op een doodshoofd lijkende burcht! Clichématiger kun je het niet bedenken en het valt te vrezen dat in dit geval Rosinski zich door het gebrek aan inspiratie van zijn scenarist heeft laten meeslepen. Het verhaal kent wendingen die er duimendik bovenop liggen en zozeer bedoeld zijn om de lezer toch nog voor verrassingen te plaatsen, dat ze geforceerd overkomen. Wat wil je als de schurk van het verhaal van gedaante kan verwisselen? Dan is de verleiding groot om deze magiër in de meest 'onvermoede' hoedanigheden op te laten duiken. Dufaux gaat nog net niet zo ver in zijn gemakzuchtige effectbejag om uiteindelijk ook heldin Sioban als een alter ego van haar boosaardige tegenstrever te ontmaskeren.
Blackmore speelt in Keltische sferen. Als 'de klaagzang van de verloren gewesten' klinkt, ontbrandt de strijd tegen het schrikbewind van de magiër ten gunste van het goedmoedige bewind van Sioban, dochter van de vermoorde heerser Wulff. Om de magie van die klaagzang te beklemtonen, schiet er een vallende ster door het zwerk. Bah!