Recensies

Uitgave

Weet U wat erg is? Een striptekenaar die er niet meer in slaagt om zijn talenten ten volste te benutten, dat is erg. Neem nou de aimabele Rotterdammer Paul Teng: ooit bij uitgeverij Panda begonnen met de western Delgadito. na een paar jaar een succesvolle transfer gemaakt naar Casterman. maar inmiddels verketterd tot het fabriceren van historische strips voor Lombard. Verketterd is het beste woord. want de religieuze boventoon die van vrijwel iedere geschiedkundige Lombard-epos afdruipt kan zelfs door streng-orthodoxe Staphorsters niet serieus genomen worden. Dat Teng er nu voor de tweede maal sinds 1992 in slaagt om voor de Belgische uitgeverij een volledig album te produceren, mag dan ook rustig een formidabele oefening in zelfbeheersing worden genoemd.
En dan te bedenken dat hij al zoveel beter werk heeft gemaakt. De reeds genoemde serie rond de Nedni-apache Delgadito oogde al veelbelovend. Teng tekende de strip in aan Manara refererende zwart/wit-pennestreken en bleek ook een prima scenarist. Bij Casterman hadden ze dat door en vroegen ze hem eerst voor een paar korte verhalen (gepubliceerd in het opgedoekte Wordt Vervolgd), waarop zijn eerste striproman volgde: Libertair intermezzo. Deze prachtige vertelling over de Spaanse burgeroorlog leverde hem terecht de Stripschappenning voor het beste Nederlandse album van 1986 op. Vier jaar later volgde zijn tweede roman. De vrienden van Igor Steiner, die ditmaal de Russische burgeroorlog behandelde. Lombard spitste de oren en contracteerde de Nederlander voor enkele historische strips over het oude Russische Rijk. Voorwaarde was wel dat Teng werkte op basis van de scenario's van Vladimir Volkoff. Deze Frans-Russische literator gaat echter weinig creatief met zijn historische setting om. Hij vertelt wat er in de geschiedenisboeken staat, maar durft geen eigen invulling te geven aan de niet voorgeschreven passages. Dit zorgt er met name voor dat de karakters volkomen kleurloos blijven. In het eerste album - De stralende zon - was dit al een overduidelijk probleem. maar in Alexander Nevsky komt Volkoff nog moeizamer van de archiefkast los.
Voor alle duidelijkheid een historische schets: Alexander Nevsky wordt zeven eeuwen geleden prins van Novgorod. Hij beschermd het Russische Rijk met succes tegen de Zweden, die vanuit het noorden een aanval plaatsen, en tegen de Teutonen, die namens het Vaticaan de Russen wat gehoorzaamheid willen bijbrengen. De derde tegenstander is echter te groot: de Tataren uit Mongolië. Alexander beseft dit en onderwerpt zijn Rijk aan dat van Batoe Kahn. Het gevolg is dat de Tataren grote offers eisen van de Russische bevolking en dat het volk zich daar op haar beurt tegen verzet. Alexander treedt uiteraard op als goede vorst en bezweert de problemen.
Ondanks een overdaad aan bloedige gevechten is de strip Alexander Nevsky als geheel bijzonder bloedeloos. Het verhaal roept weinig werkelijke spanning op en wordt vooral besmeurd door een idealisering van het christelijke geloof. Bij alles wat Alexander doet kust hij een kruis en de dialogen benadrukken voortdurend Volkoffs voorzichtigheid bij het kiezen van de woorden, 'want God leest mee'. Het is allemaal veel te vroom en dat doet teveel afbreuk aan het tekenwerk.
Want daar is niks mis mee. Teng tekent tegenwoordig met penseel en kleurt zijn platen zelf. Het oogt allemaal heel vakkundig, een beetje à la Hans Kresse, maar zijn werk voor Lombard ademt niet de betrokkenheid uit die zijn eerdere albums kenmerkten. Dat komt natuurlijk door die erbarmelijke scenario's van Volkoff. Laten we hopen dat Teng snel weer zijn eigen verhalen gaat schrijven. In Godsnaam.

Alexander Nevsky

Vladimir Volkoff; Paul Teng
Lombard 1995
harde kaft
ISBN: 90-5581-013-4
48 pagina's
kleur
Stripschrift 280

Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Privacy en voorwaarden Accepteer Weiger