Aan alle goede dingen komt een eind. Zo ook aan de serie De torens van Schemerwoude van Hermann. In Olivier, het tiende en laatste deel van deze reeks, is ridder Aymar als rijk man teruggekeerd uit het Heilige Land. De kruistocht heeft hem geen windeieren gelegd. Niets staat hem nog in de weg om een leger bijeen te verzamelen en zo zijn verloren kasteel en landgoed Schemerwoude te heroveren.
Hermann opent het verhaal sterk. Tijdens een jachtpartij loopt Aymar de bezetters van zijn landgoed tegen het lijf. De ridder verliest zijn hoofd en provoceert de veel sterkere Guibert, hetgeen leidt tot een duel. Door deze handelwijze dreigt de operatie om Schemerwoude terug te winnen in het water te vallen. Een ander dreigend gevaar is het gedrag van Aymars knecht: Olivier wordt verteerd door jaloezie, omdat de zwangere Guenièvre zijn plaats heeft ingenomen aan de zijde van Aymar. De loyaliteit van de knecht wankelt.
Zoals de titel van het verhaal al doet vermoeden is de hoofdrol grotendeels weggelegd voor Olivier. Op meesterlijke wijze laat Hermann de tweestrijd zien die zich in het hoofd van de man afspeelt. Zich overgevend aan drinkgelagen wordt de knecht heen en weer geslingerd tussen afgunst, trouw en trots. Het lot van Aymar en zijn zwangere vrouw komt in handen van zijn wanhopige schildknaap te liggen als die de enige blijkt te zijn die de sluwe listen van Guibert en zijn trawanten kan dwarsbomen.
Het album leest als een trein en verslapt geen moment. Het verhaal kent meerdere climaxen zonder dat dit ten koste gaat van de karakteriseringen van de personages. Alle eindjes worden mooi aan elkaar geknoopt (Hermann ziet zelfs kans om Germain uit deel 3 en 5 een gedenkwaardige gastrol te geven). Het einde van het verhaal is welhaast even mooi als pijnlijk en zorgt ervoor dat het de bekroning van de reeks is. Dat Hermann een knappe tekenaar/verteller is wisten wij al, maar met dit boek levert hij ook een top-scenario af. Greg kan hier nog een puntje aan zuigen. Helaas, helaas zit de serie er nu op, maar voor liefhebbers van het genre is er altijd nog De rode ridder, nietwaar?