Recensies

Het rijk van Edgar J. is het artistieke testament van Jacques Laudy, die in juli 1993 op 86-jarige leeftijd overleed. Laudy maakte de publikatie van dit boek niet meer mee, maar zag vlak voor zijn dood nog wel de drukproeven onder ogen. Hij heeft de laatste vijf jaar van zijn leven aan dit boek gewerkt, dat zich laat lezen als een grafische autobiografie. In de vorm van een geillustreerd verhaal mengt Laudy elementen uit zijn strips met gebeurtenissen uit zijn leven en herinneringen aan zijn jeugd aan de Belgische kust.
Laudy was een van de nestors van het Belgische beeldverhaal, en maakte strips als Bimelabom, Hassan en Kaddoer, David Balfour en De legende van de vier Heemskinderen. Als jong kunstenaar ontmoet hij in het Brussel van de jaren twintig Jacques van Meikebeke, de latere redacteur van Kuifje, en Edgar P. Jacobs (anglofiel Laudy stond later model voor kapitein Blake in Jacobs' Blake en Mortimer). Een ontmoeting die uitgroeit tot een vriendschap voor het leven. Met hen was Laudy na de Tweede Wereldoorlog betrokken bij de oprichting van het weekblad Kuifje. Onenigheid met Kuif je-uitgever Raymond Leblanc deed hem begin jaren zestig besluiten de stripwereld te verlaten. Jaren later keerde hij nog eenmaal terug naar zijn 'oude liefde, het stripverhaal. En dat is Het rijk van Edgar J. geworden, een bundeling 'stripmemoires'.
In het boek loopt een aantal verhaallijnen door elkaar. Allereerst geeft Laudy met een ironiserende blik de geschiedenis van het 'geslacht Laudy' weer. Ook zijn eigen jeugd in een landelijk plaatsje aan de Vlaamse kust komt ter sprake. Deugniet Jaakske (de jonge Jacques) blijkt meester te zijn in het uithalen van allerlei schelmenstreken. Na deze terugblik laat Laudy enkele van zijn stripfiguren hun intrede in het verhaal doen. Jaakske ontmoet Bimelabom en zijn zuster Chibicheke, en ook Hassan en Kaddoer duiken op. In deze tweede verhaallijn gaat het vijftal op zoek naar prinses Zobeïde, de vrouw van Hassan die door heksen is ontvoerd. Een derde verhaallijn is een regelrecht eerbetoon aan Edgar Jacobs. Laudy begint bij de ontmoeting tussen hemzelf, Van Melkebeke en Jacobs. Hij schetst daarna de eerste, moeizame schreden van Jacobs op het tekenaarspad. Maar al snel komen fictie en werkelijkheid elkaar tegen. Jacobs loopt op een gegeven moment Jaakske en zijn vrienden tegen het lijf, en speelt een belangrijke rol in het terugvinden van de prinses. Zo wordt hij zowaar zelf deelgenoot aan een avontuur! Aan het slot van het boek bevindt de lezer zich in 'het rijk van Edgar J., bevolkt door allerlei bijzondere personages. Maar deze droomwereld blijkt letterlijk genomen te moeten worden als de wekker Jacobs ruw uit zijn dromen verstoort.
Laudy spint deze verhaallijnen op inventieve wijze aan elkaar, waarbij de bijbehorende schitterende aquarellen nogmaals zijn meesterschap benadrukken. Het resultaat is een ode aan een tijd waarin volgens Laudy de wereld nog overzichtelijk was en het leven in het teken stond van kameraadschap. Het rijk van Edgar J. is een document dat dezelfde sympathieke, maar tegenwoordige gedateerde sfeer uitasemt als de vroege strips van Laudy. Een romantische terugblik, kortom, die echter ook aantoont dat hij eigenlijk geen banden meer had met het moderne beeldverhaal.