De wet van Murphy stelt dat wat mis kàn gaan, ook mis gáát. En in de moderne samenleving kan er heel wat onherroepelijk fout gaan. Maar ook in het klein, bij voorbeeld in de relatie tussen Ptiluc en zijn uitgever is er veel misgegaan. Dat oud zeer vormt het centrale thema van dit album. Al heeft Ptiluc een lange aanloop nodig om tot de kern te komen.
Het verhaal begint in een nucleair winterlandschap waar een handjevol ratten probeert te overleven. Deze antropomorfe diertjes en hun niet eens zo denkbeeldige omgeving vormen het tableau vivant waaraan Ptiluc zijn pessimistische kijk op de mensheid weerspiegelt. Nadat de mensheid zichzelf uitgeroeid heeft, vervallen de spaarzame overlevenden weer snel in hun oude gedrag. Doelloos zwerft het ongedierte rond en deinst er niet voor terug elkaar koud te maken om er zelf beter van te worden. Tussen de bedrijven door wordt er liefdeloos gecopuleerd en onafgebroken gefilosofeerd.
Met een eindeloze litanie van holle frasen maakt Ptiluc de lezer deelgenoot van zijn opvattingen over het menselijk tekort. Daar is echter evenveel samenhang in te ontdekken als in het volstrekt stuurloze scenario. Pas na zo'n goede dertig pagina's gaat Ptiluc zijn hart eens echt goed luchten. Er volgt een stevige scheldkanonnade tegen een uitgever (gesymboliseerd door een vette pad) die zich rechtens een wurgcontract eerst de pennevruchten en daarna het scheppingsvermogen van de verteller toeëigent.
Ondanks het warrige en onsamenhangende verhaal moet men Ptiluc nageven dat hij thema's aansnijdt die maar weinig stripmakers aandurven. Zijn onverbloemde uithaal naar op winst beluste uitgevers zal veel auteurs uit het hart gegrepen zijn. Al zal het bij zijn broodheren niet in goede aarde gevallen zijn. Bovendien is het ongebruikelijk om in strips zo overdadig de donkere kant van de mensheid te memoreren. Met zijn tekeningen weet Ptiluc een onheilszwangere sfeer te creëren die uitmuntend past bij zijn zwartgallige wereldbeeld. De smerige ratten en het rottende vuilnis druipen bijna van de pagina's. Het is niet vreemd dat Ptiluc een kleine maar trouwe schare liefhebbers heeft gevonden.