Sommige stripmakers maken een specialistische hobby tot onderwerp van hun strips. Het leuke van zulke initiatieven is dat ze soms nieuw stripgenres opleveren. Dat gebeurt echter alleen als de auteur in kwestie de levensgroot aanwezige valkuil weet te omzeilen: het gebrek aan specialistische kennis bij het grote publiek. Wanneer de lezer zich immers geen raad weet met de door de maker gebezigde terminologie, is hij niet meer geïnteresseerd in het aangeboden produkt. Natuurlijk kan het ook mogelijk zijn dat de stripmaker zich louter richt op de kleine, gespecialiseerde groep liefhebbers. maar dan moet hij die mensen wel iets bieden waar ze zich serieus in kunnen herkennen.
Stéphane Deteindre, of kortweg Fane, maakt met het tweede deel van Joe Bar team een gagstrip over jonge motorrijders en faalt op beide terreinen. De leek snapt geen barst van het technische gebrabbel van de pubers. terwijl de motorliefhebber verre van enthousiast zal zijn over de lage intelligentiegraad van de hoofdrolspelers in deze strip. Deteindre had de serie, waarvan het eerste deel reeds in 1975 het licht zag, dan ook beter niet kunnen vervolgen.
Waar draait het allemaal precies om? Het Joe Bar team van twintig jaar terug, vier mannen met weinig inspirerende bijnamen als Ed Vollegaas en Jeannot de Brokkenpiloot, crosst nog altijd door de Parijse binnenstad, maar heeft inmiddels gezelschap gekregen van een jongere generatie. Dit eigenwijze drietal, met zonodig nog ergere bijnamen als Pierke de Gannef en Jéjé de Aspirant, maakt zichzelf keer op keer belachelijk, maar doet in feite niets meer dan het maken van dezelfde fouten als zijn voorgangers. Deteindre schetst een wereld vol naïeve opschepperij en volkomen misplaatst machogedrag. De voor de hand liggende motorgrappen worden op een zodanig ongelukkige manier verteld dat het huilen je nader staat dan het lachen. Op de koop toe is het tekenwerk van Deteindre een armoedige en ongeïnspireerde rommelzooi. Zijn stijl is, zoals bij zoveel mislukte amateurs, een bastaardkloon van het unieke werk van André Franquin. Deteindre stoort zich er niet aan en doet er zelfs nog een schepje bovenop door al zijn personages de onbeholpenheid van Guust Flater mee te geven. Zelfs door deze grote meester en diens succescreatie er aan hun haren bij te sleuren, redt hij zijn strip niet.
Het eindresultaat is zowel op het grafische als op het humoristische vlak een volkomen mislukking. Met name motorfreaks wordt hierbij aangeraden dit produkt links te laten liggen. Er is ongetwijfeld toekomst voor strips die zich specialiseren op het gebied van motoren. maar niet wanneer ze gemaakt worden door Stéphane Deteindre.