Recensies

De rode ridder is een typisch voorbeeld van de Vlaamse striptraditie: Gemaakt voor dagbladpublikatie, meer verhalend dan grafisch, adequaat maar weinig pretentieus tekenwerk, en vooral een hele lange adem. De reeks is inmiddels aan het hondervijftigste deel toe. In Nederland is de strip niet populair; de lezersgroep bestaat voornamelijk uit een paar honderd trouwe fans, die vaak enige moeite moeten doen om het nieuwste deel te pakken te krijgen.
Hoe staat het inmiddels met de rode ridder? Na vele jaren omzwervingen had Johan eindelijk een soort thuis gevonden in het kasteel Horst, in het Vlaamse Hageland. Vanuit deze uitvalsbasis was hij de afgelopen jaren getuige van historische en fictieve gebeurtenissen uit de Vlaamse middeleeuwse geschiedenis. De laatste twee delen lijken echter een nieuwe fase van meer kosmopolitische avonturen in te luiden. Dat hoop ik in elk geval, want hoewel die vaste achtergrond een welkome afwisseling vormde, begint hij langzamerhand wel een beetje 'op' te raken, vooral omdat de vaste cast om Johan heen nog altijd maar niet echt uit de verf wil komen. In dit nieuwe avontuur ontbreken ze in elk geval helemaal.
Het verhaal in het kort: de rode ridder sluit zich aan bij een groep Tempeliers die zich tot doel gesteld hebben een brokstuk van de stenen tafelen van Mozes, dat magische krachten bezit en via allerlei omzwervingen in Vlaanderen terecht is gekomen, terug te brengen naar de berg Sinaï in Palestina. De magiër Klingsor, heerser van Sicilië, aast eveneens op dit bijzonder gesteente en maakt het onze held en zijn vrienden bijzonder lastig. Het verhaal mondt uit in een massale bestorming van het kasteel van Klingsor, waarbij zowel deze als het brokstuk teloor gaan.
Karel Biddeloo pakt flink uit met dit jubileum-verhaal. Het is uitgesmeerd over twee albums, waarvan het tweede deel (Nr. 150) 11 strippagina's meer dan de gebruikelijke 36 telt. Nadeel hiervan is, dat het eerste deel nauwelijks op zich staat, en alleen uit wat inleidende schermutselingen bestaat, en dat het plot een paar nodeloze zijpaadjes behandelt, zoals een schipbreuk en de bijna verplichte zware-proef-om-moed-te-bewijzen. Toch vormt het verhaal al met al een aangename tijdspassering, zeker voor de liefhebbers van het genre.
Het nogal eigenzinnige kleurgebruik, waarover het oordeel onder de fans zeer uiteenloopt (oudere fans blijven natuurlijk altijd naar zwart-wit terugverlangen) wordt in dit verhaal op een paar plaatsen heel effectief gebruikt (enkele pagina's zijn geheel overgoten met een magisch groen licht), maar het (naar mijn gevoel steeds frequenter gehanteerde) gebruik van bewerkte foto's als decor is maar een enkele keer werkelijk geslaagd te noemen. Vaak is het contrast met de tekeningen te groot om een geïntegreerd beeld op te leveren, en dat doet de leesbaarheid geen goed.
Het blijft jammer dat het moordende publikatieschema (een halve pagina per dag) Biddeloo dwingt tot haastwerk, wat soms wel z'n charme heeft en wel bij het genre past, maar vaak resultaten oplevert die met wat meer tijd veel beter waren uitgevallen. Gelukkig staan daar de vaak dynamische pagina-indelingen van Biddeloo tegenover. Wel op de pijltjes blijven letten! Al met al denk ik dat De rode ridder nog wel even voort kan op de ingeslagen weg.


JL



De rode ridder 149 + 150
De groene steen + Klingsor

Karel Biddeloo
Standaard 1994
softcover
ISBN: 90-02-19503-6
softcover
ISBN: 90-02-19510-9
36 + 48 pagina's
kleur
Stripschrift 273

Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Privacy en voorwaarden Accepteer Weiger