Bij het verschijnen van deel 8 van het supersterke jochie Sterk wordt het tijd om een klein retrospectief te houden over Peyo, die is overleden in december 1992. Vanaf 1962 tot 1978 zijn er in deze serie 7 delen verschenen, waaraan door 7 tekenaars en scenaristen is gewerkt. Het idee van het eerste deel, De rode taxi's, is uitgewerkt door Pierre Culliford (Peyo) en Willy Maltaite (Will). Daarna heeft Peyo zich met het tekenen van Steven Sterk beziggehouden tot en met deel 4, ondersteund door de tekenaar Walthéry en de scenaristen Yvan Delporte en Gos. Vanaf deel 5 heeft hij slechts de scenario's bepaald in samenwerking met Delporte en Blesteau. De tekeningen werden verzorgd door respectievelijk Walthéry, Wasterlain en Blesteau.
Dit achtste deel kan worden gezien als een eerbetoon aan Peyo de schrijver en tekenaar, want er wordt geregeld gerefereerd aan de voorgaande zeven delen. Zoon Thierry Culliford heeft het scenariowerk, samen met Dugomier, op zich genomen; de tekeningen zijn van Pascal Garray, die zich de overbekende Peyostijl heeft eigengemaakt.
Het verhaal is eenvoudig. Een filmproducer hoort van de affaire rond de robot Lady Adel Fine, die als twee druppels water lijkt op mevrouw Adolphine. Door een programmeerfout werd deze robot agressief en misdadig, en ontpopte zich als een geboren bendeleidster. De producent ziet een fantastisch filmscenario voor zich. Mevrouw Adolphine moet de hoofdrolspeelster worden. Het lieve mensje kan echter niet in de huid kruipen van de misdadige robot. Een fiasco dreigt. Ondertussen zit een bende, die ooit door toedoen van Lady Adel Fine brodeloos raakte, te broeden op de klapper in hun crimineel bestaan. De leden zien een mogelijkheid door het exploiteren van de robot, de bank, waar de filmset gedurende een paar dagen zal bivakkeren, te beroven van de goudvoorraad. Het moge de oplettende lezertjes duidelijk zijn, dat Steven de zaak frustreert. Ook in dit stripverhaal is het jong weer vreselijk sterk op momenten, dat niemand kijkt. En weet hij iemand te interesseren voor zijn fratsen, dan slaat uitgerekend op dat ogenblik de verkoudheid toe, waardoor zijn krachten hem tijdelijk verlaten.
Het is geen verrassend verhaal geworden, daarvoor is de tijd nog niet rijp lijkt wel. Er wordt met een teveel aan respect teruggekeken naar de Grote Meester, die vanaf zijn wolkje toch redelijk tevreden naar zijn epigonen kan kijken, want het is voorwaar geen sinecure een strip over te nemen van een man als Peyo.