Als je een album van een mederecensent krijgt met de mededeling: 'Kun jij deze doen, want ik begrijp er geen reet van?, dan begin je niet onbevooroordeeld te lezen. Ondanks dat is Saigon-Hanoi van Cosey uit de reeks Vrije Vlucht van Dupuis een grote teleurstelling.
Een Amerikaanse Vietnam-veteraan brengt de avond van oud op nieuw door in het besneeuwde vakantie-verblijf van zijn afwezige vader. Een meisje van elf dat ook alleen is, omdat haar moeder in het ziekenhuis ligt, heeft zijn nummer uit de telefoongids gevist en praat met hem tot het twaalf uur is. Ondertussen kijken ze allebei naar een documentaire op kanaal 3 over oorlogsslachtoffers die terugkeren naar Hanoi. Eén van hen blijkt de hoofdpersoon van het verhaal te zijn. Het meisje zien we niet, we horen alleen hun gesprek terwijl de beelden van het huidige Vietnam voorbij glijden. Ze vertellen elkaar weinig over zichzelf, maar wat ze vertellen vult de documentaire aan. Daarin zien we de hoofdpersoon het identificatieplaatje van zijn overleden beste vriend bij wijze van begrafenis in een mooi en diep Vietnamees meer gooien. Gelouterd laat de veteraan de volgende dag het dorpje en zijn verleden achter zich.
De theorie achter de door Cosey gehanteerde manier van vertellen is: hoe minder je laat zien, des te meer moet de lezer invullen. Om de lezer daartoe aan te zetten, worden in het begin een aantal symbolische parallellen getrokken. Er is meer aan de hand dan je denkt! De documentaire is op kanaal 31 (en het is 31 december) en het meisje heet Felicity (gefeliciteerd met het nieuwe jaar). Helaas stort deze manier van vertellen in als een kaartenhuis indien de auteur niet echt iets te melden heeft, als er geen reden is waarom hij die dingen die hem bezig houden niet hardop kan zeggen en daarom moet impliceren. De lezer zoekt zich rot naar een diepere betekenis, die er niet is. Het verhaal is alleen maar een intellectuele constructie.
Saigon-Hanoi is dan ook niet meer dan het met valse melancholie op een rijtje zetten van gejatte beelden. Deze beelden zouden moeten verwijzen naar hoe erg de oorlog in Vietnam wel niet is geweest en hoe moeilijk het is met die herinneringen te leven. In feite doen ze niets anders dan herinneringen oproepen aan films en documentaires die dat veel beter hebben gedaan, omdat die werden gemaakt door mensen die echt iets te vertellen hadden.
Reken daarbij een af en toe de plank gruwelijk miskleunende vertaling ('ik heb de klank lager gezet' in plaats van 'ik heb het geluid lager gezet'; 'postkaart' in plaats van 'briefkaart' en onwerkelijke zinsconstructies), de minieme hoeveelheid tekst (iedereen die langer dan een kwartier met het boek bezig is, heeft waarschijnlijk last van dyslexia) en het voor Cosey erg tegenvallend tekenwerk (geen adembenemende hoogstandjes, zoals in Op zoek naar Peter Pan), dan kunnen we concluderen dat Saigon-Hanoi een liefdeloos album is, uitgegeven omdat Cosey één van de meest succesvolle auteurs uit deze reeks is en dus alleen interessant voor mensen die alles van Cosey willen hebben.