Een fantasy-setting. Een jonge piloot van een stratosfeer-vliegtuig komt na het crashen van zijn jager terecht in een parallelle wereld, waarin de beleving van de werkelijkheid door de bevolking 180 graden verschilt met die van de wereld waar de piloot vandaan komt. Na een ontsnapping (met behulp van een excentriekeling) uit een ziekenhuis, waar hij al een gerechtvaardigd wantrouwen tegen deze gemeenschap begint te koesteren, ervaart hij' buiten' als één volslagen waanzin. Continenten hebben standaard een vast seizoen; auto's, kleding, architectuur zijn anachronismen ten opzichte van zijn eigen wereld; kinderen worden door de ooievaar gebracht; als je nummer aan de beurt is komt de dood je halen; het mannetje in de maan bestaat echt. Klapstuk is het feit dat deze 'aarde' plat is. Als je naar de rand vaart, loopt je schip vast in de naar beneden gaande hemel. Kortom, onze held vertoont alras de eerste tekenen van schizofrenie bij deze voor hem onaanvaardbare situatie. Een goede aanleiding om achter de raadselen van deze wereld te komen wordt gevormd door de tekenen van verval die de hemel gaat vertonen: scheuren in het firmament bedreigen het leven. Op pad dus. A suivre in deel 2.
De samenwerking tussen Rodolphe (pseudoniem van Daniel Jacquette), een oude rot in het scenaristenvak en de tekenares/illustratrice Florence Magnin is redelijk vruchtbaar gebleken. Het verhaal is aardig opgebouwd rond de wat vlakke hoofdpersoon. In het bijzonder de bijfiguren zijn het aanzien en aanhoren waard. Taalgebruik is verzorgd, geserreerd en vooral gericht op een jeugdige doelgroep. De kunstenares is vooral werkzaam geweest als illustratrice en staat (nog) onbevangen tegenover de 9e kunst. Dat verklaart wellicht waarom tekenstijl en inkleuring zo verrassend fris ogen.
Als totaal is het een heerlijk stripalbum waarbij met spanning wordt uitgezien naar het vervolg.