Nadat Marc Wasterlain zijn opleiding aan de 'Académie des Beaux-Arts' in Mons vroegtijdig verliet, maakte hij zijn opleiding af in Brussel. Weldra kreeg hij werk bij Dino Attanasio, waar hij decors mocht tekenen van Ton en Tinneke. Later mocht hij deze strip ook inkten. In 1969 belandde hij in de tekenstudio van Peyo, waar hij onder andere meewerkte aan De smurfen en Steven Sterk. In 1976 zette Wasterlain zijn eerste eigen strip op papier: Dokter Zwitser. In de beginjaren tachtig volgde zijn tweede grote stripreeks, Sarah Spits, waaraan hij van tijd tot tijd nog delen toevoegt.
In Het geheim van Atlantis zwalkt Sarah met haar 'Spits' over de wereldzeeën, op zoek naar avontuur. Een zekere Hycks heeft haar de opdracht gegeven Isola Diabolum, Duivelseiland, aan te doen. Uiteindelijk komt ze terecht op een geheimzinnig eiland dat veel overeenkomsten vertoond met Paaseiland. Groot is haar verbazing, wanneer blijkt dat hier allerlei dieren voorkomen, die volgens de wetenschap reeds uitgestorven hadden moeten zijn. Intussen is een bende, die het Sarah kwalijk neemt dat zij zich als persfotografe inzet voor de bescherming van gorilla's, haar op het spoor. Al met al een aardig semi-realistisch stripverhaal, dat hier en daar wat verzandt doordat de scenarist/tekenaar wat al te veel informatie op de lezer wil overbrengen. De relatie Atlantiërs en techniek is al zo oud als de weg naar Rome en met name in stripverhalen meermaals uitgewerkt.