Eerste aanklacht is het begin van een drieluik. Aan het eind van de zomer van 1914, als de Eerste Wereldoorlog een aanvang heeft genomen, zijn de vruchtbare akkers in de streek tussen Reims en Verdun omgeploegd tot loopgraven. Een ramp voor de boeren maar een goudmijn voor de plaatselijke horeca. Deze krijgt horden soldaten over de vloer, die zich op weg naar het front moed in willen drinken. En de overlevenden komen langs om de doorstane verschrikkingen een plaats te geven.
In dit decor speelt een onderzoek naar de moordenaar(s) van drie jonge vrouwen. Op hun lichamen wordt in alle gevallen een, door de dader geschreven, brief aangetroffen. Om een voorbeeld te stellen is er reeds een vermeende schuldige gefusilleerd. Luitenant Roland Vialatte is belast met het moordonderzoek. Omdat de lichamen van twee van de slachtoffers, een dienster en een verpleegster, in de loopgraven zijn aangetroffen gaat Vialatte ter plekke op onderzoek.
De rauwe werkelijkheid van Moeder Oorlog is door tekenaar Maël op een geloofwaardige manier in beeld gebracht. De lucht van vuil en modder knalt uit de plaatjes. Het scenario van Kris hinkt vooralsnog op twee gedachten. Gaat het om een weergave van de harde werkelijkheid van de oorlog of heeft het moordonderzoek prioriteit? Wordt vervolgd in de komende twee delen.