De zaak Dominici gaat over een nog steeds tot de verbeelding sprekende driedubbele moord uit 1952. De Engelse wetenschapper Sir Jack Drummond wordt dan, tezamen met zijn vrouw Anne en hun 10-jarige dochter Elizabeth, dood aangetroffen in de nabijheid van hun groene Hillman-stationwagon, en wel op 200 meter van de pittoreske boerderij La Grand’Terre. Deze wordt bewoond door de Frans-Italiaanse familie Dominici: de grootvader Gaston, zijn vrouw Marie, zijn zoon Gustave, diens vrouw Yvette en hun zoontje Alain. Gaston Dominici is een patriarch van het type dat nooit wordt tegengesproken (in 1973 gespeeld door Jean Gabin in L’affaire Dominici) en met ijzeren hand de familiezaken behartigt.
Het lichaam van Anne Drummond ligt bij de auto, dat van Jack aan de overkant van de weg, bedekt met een veldbed. Beiden zijn gedood met kogels uit een geweer dat de Engelsen in de oorlog hebben gedropt voor de Franse Maquis. Het stoffelijk overschot van de kleine Elizabeth wordt zo’n tachtig meter verderop gevonden. Haar schedel is ingeslagen met de kolf van hetzelfde geweer.
De Dominici’s zijn direct verdacht, maar al vanaf het begin zaaien de getuigenissen van de familie en mogelijke betrokkenen dusdanig verwarring, dat de ervaren speurder Edmond Sébeille er ook geen raad mee weet. De oude Dominici wordt ten slotte veroordeeld tot de guillotine. Gezien het betwistbare onderzoeksresultaat - de tunnelvisie dat iemand van de Domenici’s het tenslotte móét hebben gedaan - wordt dit vonnis omgezet in levenslang. In 1960 gelast president Charles de Gaulle de invrijheidsstelling van Dominici, om reden van gezondheid en hoge leeftijd. De patriarch overlijdt in 1965.
Het boek begint bij de begrafenis van Gaston Dominici, bijgewoond door Sébeille, waarna een reconstructie volgt van de mogelijke toedracht en de procesgang. De zaak Dominici is in sfeervolle grijstinten in beeld gebracht door René Follet, op basis van een scenario van Pascal Bresson. De geur van Gauloises is alom aanwezig.