Als over ongeveer vijftig jaar een historicus dit album van Agent 327 doorneemt op authenticiteit, zal hij menig keer een interessante aantekening kunnen maken. Het verhaal staat namelijk bol van de verwijzingen en originele wetenswaardigheden. Martin Lodewijk werkt meerdere malen met voetnoten om aan te geven dat niet alles uit de duim is gezogen. Het geeft hem tevens een zweem van deskundigheid en geïnteresseerdheid in de betreffende materie. Dat schilderijen gerestaureerd worden met behulp van spuug bij voorbeeld of dat de Middellandse Zee dreigt te worden overwoekerd door een zeewiersoort zijn van die feiten die en passant vermeld worden. Titnie Spiers, Nina Pakgraag van World Alone, meestervervalser Jan Tromp die later stripjes ging tekenen en Paul Poendrop met zijn verkiezingslijst LPP zijn voorbeelden van de legio actuele woordspelingen. Verder staan er in het verhaal meerdere verwijzingen naar Hergé en zijn creaties en laat Lodewijk IJzerbroot en Lawina rondscheuren in de Carver, een gemotoriseerde driewieler met potentie en tevens een Nederlandse uitvinding. Los van deze zaken, die het lezen van dit album aantrekkelijk maken, zit het verhaal van Lodewijk ingenieus in elkaar. Zijn tekenwerk is, na een opmerkelijke negatieve uitschieter in De wet van alles waarin de man experimenteerde met vele afwijkende tekenstijlen, ook weer op het oude vertrouwde niveau.