Recensies

Hergé: een mens van vlees en bloed

Uitgave

Er verschijnt zelden een boek over Hergé waar de Fondations Hergé (Moulinsart) niet bij betrokken is. Het is journaliste Sian Lye gelukt zonder medewerking van deze stichting ondanks talloze tekortkomingen een lezenswaardige, ongeautoriseerde biografie te schrijven: The Real Hergé (Pen and Sword Books). Sian Lye trapt niet in de valkuil het boek van start te laten gaan met ellenlange beschrijvingen van oninteressante generaties voorouders van George Remi (1907-1983), zoals Hergé in werkelijkheid heet. Integendeel. Al na anderhalve bladzijde wordt de vader van Kuifje geboren en kan het avontuur beginnen. The Real Hergé handelt in de eerste plaats over de mens Hergé. Zijn werk komt op het tweede plan. Lye beschrijft helder Hergés oorlogsverleden, als de tekenaar ervoor kiest voor het pro-Duitse Le Soir te gaan tekenen. Indirect kiest ze partij voor de naïeve Hergé, door te signaleren dat het de tekenaar om een groot lezerspubliek gaat. Dat klopt. Als Kuifje in Le Soir verschijnt, schiet de oplage omhoog. Na de oorlog krijgt de later gevierde Hergé een publicatieverbod. Oorlogsheld Raymond Leblanc helpt hem uit de brand door het weekblad Tintin (Kuifje) op te richten. Hoewel Leblanc Hergés reddende engel is, slaat laatstgenoemde regelmatig op de vlucht, vanwege buitenechtelijke liefdesperikelen, een voortslepend huwelijk en de molensteen die Kuifje heet. Ondanks dat Hergé een team van medewerkers om zich heen heeft, waaronder Edgar P. Jacobs, kost het werken aan Kuifje hem steeds meer moeite. De stress uit zich in uitslag aan onder meer zijn handen, die het tekenen pijnlijk, zelfs onmogelijk maken. Lezers van het populaire weekblad, de oplage bereikt maar liefst zeshonderdduizend exemplaren, worden keer op keer aan het lijntje gehouden als de held van het blad voor de zoveelste keer uit beeld, uit het weekblad is. De biografe beschrijft het uiterst gedetailleerd. Waar Hergé verbleef en vooral met wie! Een enkel feitje lijkt klakkeloos van Wikipedia gehaald: Maria Callas staat model voor Bianca Castafiore, schrijft Lye. Maar als Hergé voor zijn achtste album, De scepter van Ottokar, de Milanese nachtegaal introduceert is Callas pas 14! Ook de naam Stéphane Jansen, de trouwe fan van Hergé, klopt niet. Waarschijnlijk wordt Stéphane Steeman bedoeld. Het boek kent nog wel meer tekortkomingen. Jammer is bij voorbeeld dat op Steven Spielbergs verfilming na de speel- en tekenfilms uit de jaren '60 en '70 niet of nauwelijks worden genoemd. Ook krijgt Bob de Moor, zijn rechterhand, niet de credits die hij verdient. En Hergés zoektocht naar Tschang komt pas op één van de laatste bladzijdes van het boek aan bod. Zonder diens medewerking aan De Blauwe Lotus had Hergé waarschijnlijk nooit zijn uiteindelijk hoog niveau bereikt. Vanaf het moment dat Tschang naar China terugkeert, laat hij bij Hergé een leegte achter. In Kuifje in Tibet vindt de getekende held zíjn Tschang terug. Kuifje, Hergés alter ego, is in tranen, hij huilt. Inwendig zal de emotionele Hergé ook gehuild hebben. Hij moet echter nog 21 jaar wachten om vervolgens bij het terugzien van de echte Tschang lichtelijk teleurgesteld te zijn. Het tweetal heeft elkaar een halve eeuw niet gezien! Het boek mist één hoofdstuk: hoe het verder gaat! Na de dood van Hergé is zijn tweede vrouw Fanny de enige erfgename. Nieuwe albums mogen van Hergé niet gemaakt worden. Bob de Moor is desondanks begonnen de eerste opzet van Tintin et l'AlphArt (Kuifje en de Alfa-kunst) uit te werken. Fanny trekt de stekker eruit. Met haar tweede man Nick Rodwell weet zij, ondanks Hergés beperkte oeuvre, de aandacht voor diens werk levend te houden. Prachtig uitgevoerde boeken zijn daar het bewijs van. Maar o wee diegene die per ongeluk iets met één van de scheppingen doet wat de BV Kuifje niet welgevallig is! Menig advocaat houdt er een goedbelegde boterham aan over. Bont maakt Nick Rodwell het als hij tijdens een kortgeleden gehouden veiling bij Artcurial het eigendom betwist van een tekening van de omslag van De Blauwe Lotus. Hergé heeft deze aan de zoon van uitgeverij Casterman, Jean-Paul, cadeau gedaan. Rodwell meent dat Hergé deze slechts ter beoordeling naar Casterman stuurde. Het opgevouwen en van nietgaatjes voorziene presentje brengt 3.175.000 euro op. Een absoluut record! Zoals bekend, en Lye het in The Real Hergé aanstipt, Hergé was trouw aan zijn lezers. Wie hem schreef, kreeg gegarandeerd een persoonlijk antwoord, vaak voorzien van een tekening! Hergé was de flauwste niet. Nog een saillant detail: Alain Baran was de secretaris van Hergé. De biografe schrijft dat het gerucht gaat dat het de biologische zoon van Hergé is... Jammer alleen dat ze met dit open eindje niets doet. En onvermeld laat waar dit gerucht vandaan komt. Het ontbreken van bronnen is ook een makke van het boek, net als het matige opgenomen beeldmateriaal. Toch blijft ondanks alle kritiekpunten de biografie overeind staan. Wat Lye siert is dat ze met haar debuutboek een kwetsbaar mens heeft neergezet; een mens met al zijn onzekerheden, die verkeerde keuzes maakte, verliefd kon raken en volledig op- en onderging in zijn werk om er vervolgens van te balen en weg te lopen. Kortom, Hergé: een mens van vlees en bloed. Wie de Kuifjeverhalen goed leest en Hergé kent, herkent de maker in zijn schepping. Kuifje is het braafste jongetje van de klas; omgeven door karikaturen.


RvW



The real Hergé

Lye, Sian
Pen and Sword Books 2020
harde kaft
ISBN: 978-15-26763-90-7
Prijs: € 25,00
216 pagina's
zwart/wit
Stripschrift 467

Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Privacy en voorwaarden Accepteer Weiger