New York Cannibals is het volumineuze vervolg op Little Tulip (2015) dat vertelde over de bittere overlevingstochten van de kleine Pavel in de strafkampen van de Sovjet-Unie. Ontsnapt uit de hel van de Goelag belandt hij in 1970 in New York. Pavel wordt Paul en hij gaat aan de slag als tatoe?erder. Twintig jaar later runt hij nog steeds een tatooshop. Zijn adoptiekindje Azami Tanaka is als volwassen vrouw bij het New Yorkse politiekorps beland. Haar fysieke verschijning is imposant door vele uren training als bodybuildster. Tijdens een hectische achtervolging van een aantal criminelen stuit Azami in een achterafsteeg op een baby in een kartonnen doos. Ondanks bezwaren van Paul besluit ze de baby te behouden. Haar besluit is sterk be?nvloed door het recente nieuws van haar arts die haar verteld heeft dat ze door haar stero?dengebruik onvruchtbaar is geworden. De vondst en de opvang van dit kleine ventje, ook Paul gedoopt, ontketent een hele reeks van zeer onfrisse en gewelddadige gebeurtenissen. Baby?s als Paultje blijken het product te zijn voor rijke onvruchtbare ouders, hun bloed een zeer kostbaar elixer voor diegenen die geloven in de eeuwige verjonging. In dit duistere web van baby- en bloedhandel figureren diverse geesten uit het Goelag-verleden van Paul. Zo verkoopt zijn toenmalige geliefde Naya haar ziel aan de duivel voor geldelijk gewin en de mysterieuze Anna leeft als criminele leider in een groteske omgeving van gespierde lesbo?s in bizarre en fantastische sferen. Zo zijn vrijwel alle personages in dit ingenieuze verhaal van Jerome Charyn tamelijk excentriek te noemen. Ze passen goed in de morsige, criminele en vervuilde onderbuik van Manhattan. Fran?ois Boucq slingert zich bekwaam door het enerverende scenario in de bekende zwierige stijl die hij al decennialang hanteert.