In het universum van Robbedoes en Kwabbernoot, dat dankzij diverse vertolkingen in tekenfilms en merchandise soms een al te gelikte bijsmaak heeft gekregen, is de Marsupilami van oudsher een eigenwijs wezen. Deze onaangepaste eigenzinnigheid is tot uitgangspunt verheven van de jongste stripversie waarin scenarist Zidrou en tekenaar Frank P? op overtuigende wijze een nieuwe, aansprekende en allesbehalve zoetsappige invulling geven aan de aankomst van dit zeldzame Zuid-Amerikaanse wezen. Reeds in 1952 maakte het onbekende dier zijn opwachting in het verhaal Robbedoes en de erfgenamen, getekend door Andr? Franquin. Hoewel Zidrou en P? zoveel mogelijk recht trachten te doen aan de literaire erfenis van de succesvolle stripserie kiezen zij ervoor ?het beest?, zoals het in hun jongste pennenvrucht resoluut wordt aangeduid, drie jaar later in Belgi? te laten aankomen. In november 1955 gaat het verhaal van start in een bewolkte Antwerpse haven. Met een grimmige sfeer is de toon gezet en verschuift de aandacht naar Brussel. Het buitenbeentje in de klas van meester Van Dale (het kost weinig moeite om hierin een liefdevol weergegeven Franquin te ontdekken) ontfermt zich over het verdwaalde dier dat nauwelijks kan beseffen in welke situatie het is beland. Als buitenbeentje weerspiegelt de jonge Fran?ois de evenzeer gemarginaliseerde positie van zijn moeder Jeanne, die wegens een verhouding met een Duitse militair tijdens de oorlog met de nek wordt aangekeken. De verdrukking waarin zij zitten, en die op inlevende wijze tot uiting wordt gebracht, maakt hun lotgevallen vergelijkbaar met die van de Marsupilami. Hoezeer Fran?ois en Jeanne zich ook bekommeren om het dier een onderkomen te bieden, daarbij geholpen door de sympathieke maar toch hulpeloze meester Van Dale, uiteindelijk delven ze - althans in dit eerste deel - het onderspit tegen het gezag van de wet en het hypocriete fatsoen van een burgermadam. Het vakmanschap van de makers en de toewijding waarmee ze deze hommage gemaakt hebben spat van de pagina?s af en doet verlangen naar heel veel meer van dit moois.