De Blauwbloezen, bedacht en geschetst door Raoul Cauvin en Louis Salv?rus - na diens dood werd het tekenwerk overgenomen door Willy Lambillotte - verscheen voor het eerst in 1968 in het weekblad Robbedoes. Ter gelegenheid van het verschijnen van het 60e deel van deze reeks (Carte blanche voor een Blauwbloes) hebben 19 scenaristen en tekenaars een hommage aan Blutch en Chesterfield gebracht. In korte verhalen geven zij hun visie op het reilen en zeilen van de twee kameraden tijdens de Amerikaanse burgeroorlog. Het resultaat mag er zijn, al is de aanpak zeer divers. Denis Bodart en Thierry Gloris kiezen bij voorbeeld met De lijntrekker voor een serieuze aftrap, terwijl Renaud Collin met Het litteken en Aim?e de Jongh met De jongen met de trommel de gevoelige snaar weten te raken. Voor de slapstick kiezen Olivier Dutto met Wie schrijft blijft en Baba en Lapuss? met Blauwen in roze en wit. Zo geeft elk van de dertien verhalen een geheel eigen kijk op een serie die ondertussen bijna vijftig jaar oud is. De lay-out en de kleuren van het omslag lijken overigens verdacht veel op De jonge jaren van Blueberry 2: Yankee.