Na Dokter Zwitser, waarvan eerder twee albums verschenen, mag nu Sarah Spits van Marc Wasterlain debuteren in het Arcadia Archief met zes korte verhalen. En eerlijk gezegd: het valt niet mee. Dat ligt niet aan de minimalistische, vaak wat kneuterige aandoende, tekenstijl - die kennen we uit de eerdere albumpublicaties bij Dupuis - maar vooral aan de weinig uitgewerkte scenario's. Sarah Spits, de montere en slimme fotografe en journaliste, bezoekt in dit album in sneltreinvaart verschillende locaties om haar journalistieke werk te doen. Ze is vrijwel altijd samen met een blonde mannelijke collega, vaak cameraman, die steeds anders blijkt te heten. Terwijl Dany, Alan en Kevin toch echt verdacht veel op elkaar lijken. Het grote probleem is evenwel dat de korte strips te weinig gelegenheid bieden om haar journalistieke missies goed over het voetlicht te brengen. Er is geen ruimte voor karakterontwikkeling, er is te veel uitleg nodig, er zijn rare plotwendingen en de slechteriken blijken te voor de hand liggend slecht. Bovendien ontbreekt de humor, die Wasterlain wel in Dokter Zwitser of Honnie Ponnie gebruikte. De verhalen in deze bundel zijn rond 2004 gemaakt en in Frankrijk verscheen een jaar later al een selectie ervan in albumvorm. Nederlandse fans kunnen tien jaar later hun Sarah Spits-verzamaling aanvullen. Maar een hoogtepunt is het zeker niet.