Rork van Andreas maakte eind jaren 1970 furore als die uit de toon vallende, mysterieuze strip uit weekblad Kuifje. Later in de jaren 1980 volgden de albums bij uitgeverij Lombard tot begin jaren 1990. Daarna verdween deze Faustachtige cultfiguur met witte haardos van het striptoneel. Uitgeverij Sherpa heeft zo?n twintig jaar later meegelift met de Franse integrale heruitgaven in twee banden. In Nederland heten de twee banden, waarin alle verhalen staan, Doorgangen en Terugkeer. Doorgangen bevat tevens het nieuwe, enigszins ongrijpbare 'nul-verhaal' De geesten, dat nog niet in het Nederlands was verschenen, in zwart/wit. Sherpa heeft, net als Lombard in het Frans, dit verhaal ook nog eens apart in boekvorm uitgebracht, maar dan in kleur. In mijn herinnering was Rork vooral een detective, geïnteresseerd in bovennatuurlijke verschijnselen en buitenissige zaken. Een vleugje Sherlock Holmes met H.P. Lovecraft. Nadere herlezing laat zien dat dit eigenlijk alleen op het eerste album Fragmenten van toepassing is. Daarna ontwikkelt zich voor de ogen van de lezer een door Andreas geconstrueerde wereld waarin de saga over Rork langzaam uit de doeken wordt gedaan. Het is sciencefiction vermengd met magische en fantastische elementen, door de tekenaar in beeld gebracht in een haast geometrische stijl met veel aandacht voor verschillende vlakverdelingen op de pagina's. Het zijn vaak hallucinerende stripverhalen, de ene keer meeslepend, de andere keer wat minder toegankelijk. De fraai verzorgde bundels bevatten ook allerlei schetsen en illustraties. Verder is er een interview met de Duitse tekenaar opgenomen, verdeeld over de twee albums. Jammer genoeg staat er niet bij wie de interviewer is, want het is een verhelderend vraaggesprek met Andreas, die zich sterk verbonden blijkt te voelen met de Franstalige stripwereld. Opvallend genoeg bestempelt hij het werk van H.P. Lovecraft helemaal niet als zo'n grote inspiratiebron voor Rork, zoals vaak is gesteld. Hij verwijst eerder naar Frans-Belgische reeksen, zoals Robbedoes en Kwabbernoot, Johan en Pirrewiet en met name Vincent Larcher van Raymond Reding. Bizarre sciencefiction, noemt Andreas deze strips; hij was in zijn jonge jaren verzot op dit soort fantastische verhalen Daarnaast zijn Amerikaanse comics, en vooral die van Bernie Wrightson en later Frank Miller, van grote invloed geweest op de ontwikkeling van zijn tekenstijl en de complexe paginacomposities. Andreas probeert met zijn strips altijd verhalen af te leveren die uitnodigen tot nadenken en herlezen. In het interview benadrukt hij echter dat hij zelf helemaal geen mysticus is of gelooft in het paranormale. Hij staat met beide benen op de grond. Andreas gebruikt magische en fantastische elementen het liefst als handvatten om een avontuur te vertellen waarin wordt gespeeld met de werkelijkheid. 'Door Philip K. Dick ben ik gestopt met lezen van sciencefictionverhalen, want bij hem vond ik precies wat ik zocht. Bij hem wordt de werkelijkheid altijd in twijfel getrokken, je weet nooit waar je bent, doordat er steeds een geleidelijke verandering plaatsvindt.' Rork is daarvan dus zijn eerste proeve van bekwaamheid geweest, voordat Andreas definitief doorbrak met series als Capricornus en Arq.