In deze biografie over het leven van Edgar Felix Pierre Jacobs is er bewust voor gekozen om té persoonlijke of té pijnlijke delen slechts zijdelings te benoemen. Zo wordt bij voorbeeld de weg naar de dood van zijn eerste vrouw slechts en passant genoemd. De makers, tekenaar Louis Alloing en scenarist Rodolphe (Daniel Jacquet), hebben Jacobs nooit gekend, om dit soort zaken te behandelen, luidt hun wat vreemde redenering voor het maken van een biografie. Dit zorgt ervoor dat de echte diepte in deze levensbeschrijving ontbreekt. Wat overblijft is een toegankelijk stripalbum waarin duidelijk wordt dat Jacobs een veelzijdig kunstenaar is geweest die pas op latere leeftijd aan een (strip)tekencarrière begint. Zijn eerste passie is zingen waarmee hij toetreedt tot gerenommeerde koren, grote rollen in operettevoorstellingen speelt en ook nationale (= Belgische) prijzen wint. Daarnaast werkt hij als ontwerper, illustrator en reclametekenaar. Zijn loopbaan als stripauteur raakt in een versnelling dankzij een noodsituatie bij het jeugdtijdschrift Bravo waar Jacobs in de oorlogsjaren werkt aan illustraties bij artikelen. Flash Gordon van de Amerikaan Alex Raymond is de topreeks van het blad als de redactie door de censuur van de Duitse bezetter geen nieuwe paginaís meer krijgt aangeleverd. Jacobs springt op verzoek bij en weet noodgedwongen snel een succesvol en waarheidsgetrouw einde aan het lopende verhaal te tekenen. De redactie vraagt hem vervolgens een eigen sciencefiction-serie te bedenken en zo ontstaat in februari 1943 de eerste aflevering van De U-straal, in zekere zin de voorloper van Blake en Mortimer. Interessant is ook hoe de relatie tussen Jacobs, Hergé, Jacques Laudy en Jacques van Melkebeke, een jeugdvriend, zich ontwikkelt, ook in het licht van de oprichting van weekblad Kuifje onder aansturing van Raymond Leblanc. De laatste jaren van Jacobs zijn niet de meest gelukkige; terugdenkend aan een rijk en gelukkig verleden, sterft Edgar P. Jacobs op bijna 83-jarige leeftijd eenzaam en alleen.