Kama, ach Kama. Was begin jaren tachtig een genie op voeten. Daarna algauw een perpetuum mobile van flauwe grappen, zwakke grappen en ten slotte geen grappen die wel als zodanig bedoeld waren. De lof bij zijn debuut als meesterlijk absurdist kende geen grenzen, de kritiek toen de moppenmachine aanging evenmin. Hoewel hij beschikt over een wonderlijke fantasie, pareert hij de kritiek fantasieloos: men zegt telkens dat het vorige album beter was, maar dat zegt men bij het volgende album ook weer. Een oekaze van hogerhand, case closed. Kamagurka ontwikkelde niet zozeer een olifantenhuid als wel een olifantennek, want terwijl hij allang over zijn hoogtepunt heen was, werd hij op het schild gehesen door instituten als Humo en De Morgen in België en Vrij Nederland en NRC in Nederland. En door Rudi Fuchs, toenmalig directeur van het Stedelijk Museum, die van Kamagurka een Kunstenaar maakte. Hij werd een heilige in de ogen van de intellectuele voorhoede en een god voor zijn eigen gevoel. Nog zo'n kwaliteitslabel, De Bezige Bij, verwaardigt zich nu het boekje Dikke Billie Walter (DBW) aan de wereld te schenken, met tekeningen van zijn oude maatje Herr Seele. Die droeg onlangs op de Vlaamse televisie bij aan het aura van Kama de Kunstenaar door hem als scenarist op gelijke hoogte te stellen met Woody Allen. DBW steekt een cobra aan met zijn obesitas, DBW eet alles op zodat anderen vasten, DBW valt af voor een blind date die een dikke vrouw blijkt, DBW gebruikt een andere dikke vrouw als fiets nadat hij tweemaal door een echte fiets is gezakt, DBW blaast zich met bonen op tot luchtballon. Ziet u het spitse mensbeeld en de zeggingskracht van Woody Allen? En of u dan even twintig euro wilt gireren? Reëler is de vraag wie nog moet lachen om de grappen van Kamagurka? Dan blijkt toch weer het geniale absurdisme van de man. Dat al die kranten en tijdschriften er nog elke dag intrappen en hem veel betalen voor niets behalve een naam die hij drie decennia geleden vestigde, is de ultieme grap die hij maakt tot het exclusieve genoegen van één persoon: Kamagurka lacht zich helemaal suf.