Johan de Moor is een man die van verandering houdt. Na begonnen te zijn met Kwik en Flupke, verraste hij iedereen met het poëtische Kasper op scenario van Stephen Desberg. Vervolgens maakte hij een draai van 180 graden en begon aan Kobe de Koe, eveneens met Desberg. Nu is hij wederom een totaal andere weg ingeslagen met Het laatste jungleboek. Deze nieuwe serie heeft Rudyard Kiplings The Jungle Book als vertrekpunt. Dit klassieke boek over Mowgli behoeft geen verdere introductie; naast tientallen drukken is het al menigmaal verfilmd, verstript en op de planken gebracht. In deze nieuwe serie, die uit vijf delen zal bestaan, willen de auteurs Mowgli's leven beschrijven van na The Jungle Book. Het verhaal begint met een inmiddels bejaarde Mowgli die zijn familie achterlaat om terug te keren naar het oerwoud waar hij tussen de wolven is opgegroeid. In een serie lange flashbacks vertelt hij in dit eerste deel het verhaal zoals Kipling dat heeft geschreven. Dit album geeft wat dat betreft weinig inzicht in hoe de serie verder zal verlopen. Voor de tekeningen heeft De Moor de hulp ingeroepen van de in Nederland nagenoeg onbekende, in Chili geboren tekenaar Henri Reculé. Deze verzorgde de layout en de schetsen, De Moor nam het inktwerk en de inkleuring voor zijn rekening. Het resultaat van de tekeningen is wisselend van kwaliteit. Mensen en decors zijn goed getekend, maar met de dieren hebben de heren heel wat meer moeite, wat toch echt een handicap is als je The Jungle Book bewerkt. De inkleuring daarentegen is prachtig en het is duidelijk dat De Moor goed gekeken heeft naar het werk van mensen als Frank Pé en Emmanuel Lepage.