Iedereen die het omslag en het binnenwerk van dit album ziet, legt direct de associatie met Thorgal, de klassieke Vikingen-strip van Rosinski en Jean van Hamme. In zekere zin klopt dat ook wel, omdat Asgard een uitgewerkte versie betreft van een afgekeurde spin-off van Thorgal. Het voorstel van Ralph Meyer (Hard tegen Hard, Ian) en Xavier Dorison (W.E.S.T., De wachters) over een zogeheten skraëling haalde het niet. Een skraëling is een persoon die er anders uitzag, vaak mismaakt bij de geboorte, dan de doorsnee Viking en werd gezien als een straf van de (Noorse) goden; een verstoten bestaan lag in het verschiet. Meyer en Dorison, die eerder met elkaar samenwerkten voor de spin-off XIII Mystery (het album De Mangoest), bleven niet bij de pakken neerzitten en werkten hun idee van een Vikingstrip uit tot een spannend tweeluik. Hun skraëling Asgard, geboren met één onderbeen en voet, ontpopt zich in dit eerste deel tot monsterjager en gaat in de Noordland-streek de strijd aan met een Loch Ness-achtige zeedraak. Asgard, bijgenaamd IJzerpoot, krijgt daarbij hulp van een eigengereide slavin, een gezant van koning Jarl, een priester-dichter en een vrouwelijke vismeester. Moby Dick, maar dan in de Vikingen-tijd.