Over Merlijn, de tovenaar-waarzegger uit de Koning Arthur-legenden, is ontstellend veel gepubliceerd. Nog altijd wordt er driftig gediscussieerd of deze figuur uit de Brits-Keltische literatuur als historisch personage of als mythisch figuur beschouwd moet worden. Fictief of niet, Merlijn is reeds in de 12e eeuw een bekende figuur in Europa, als raadgever van Uther Pendragon, koning Arthurs vader, en later van Arthur zelf. Over Merlijns jeugd is echter niets bekend. Joann Sfar, de meest productieve stripmaker van dit moment (met vriend en collega Lewis Trondheim!) zag de kans om met dit gegeven een aantal albums te vullen voor een breed publiek. Moeder Reinaert is het laatste deel van Sfars hand (de serie is overgenomen door Jean David Morvan) en oorspronkelijk het vierde deel in de reeks die nu dus bij Silvester als eerste deel wordt uitgebracht. Erg storend is dit niet. De hoofdpersonages worden kort voorgesteld en het album heeft een op zich staand verhaal waardoor voorkennis van de vorige delen niet vereist is. Merlijn is een razend actief jongetje die de boel overal en altijd op zijn kop zet. Vaak is hij ronduit een etterbakje en in niets refererend naar de latere wijze en grijze tovenaar. In zijn middeleeuwse zwerftochten wordt hij omringd door een tweetal bizarre vrienden. Tartijn is een goedaardig monster die vroeger zijn boterhammen belegde met kinderen, maar dat is al weer lang geleden. Ham is een voormalige tovenaar die door een vloek als varken zijn verdere leven moet slijten en zijn toverkunsten is kwijtgeraakt. Hij is filosofisch ingesteld en vervult de rol van verstandig adviseur die Merlijn en Tartijn tot de orde roept als zij dreigen te ontsporen. Moeder Reinaert is goed beschouwd één lange running gag die nergens tot rust komt. Als uitgangspunt hanteert Sfar de geplande wraak van de wolf Isengrim op diens verraderlijke oom Reinaert de Vos. Zoals in het bekende 13e eeuwse dierenepos ontloopt ook hier Reinaert telkens op sluwe wijze de valstrikken die tegen hem gesmeed worden. Zelfs een 'schrijftafelmoord' van Sfar weet hij te voorkomen. In een briljant onderonsje tussen Reinaert en Sfar spitst de discussie zich toe op het gegeven of een schrijver het recht heeft om een publiek figuur als Reinaert te laten doodgaan. Reinaert wint het pleit van een vermoeide Sfar -ik moet dertig boeken tegelijkertijd af hebben - en vervolgt vrolijk zijn weg. Erg amusant zijn de verwijzingen naar sprookjes als de Grote boze wolf en de fabels van La Fontaine en ook de gastoptredens van de eend Herbert, uit de Trondheim-Sfarklassieker Donjon, zijn geslaagd. Het tekenwerk is een goede aanvulling bij dit speelse scenario. De talentvolle José-Luis Munuera is niet voor niets de nieuwe tekenaar van Robbedoes geworden, waar hij de samenwerking met Morvan zal voortzetten. Munuera heeft een vlotte, zwierige stijl. Zijn personages hebben de elasticiteit van Tex-Averypersonages. Vooral in de actiescènes is Munuera meesterlijk en filmisch sterk onderlegd. Het is niet verbazend om te weten dat hij elke morgen voor de tekenarbeid een video'tje van Charlie Chaplin of Buster Keaton bekijkt. Een serieus minpunt is het uitbestede kleurengebruik dat te nadrukkelijk uit de computer is gekomen. Door de monotone vlakken en de vaak donkere kleuren slaat Munuera's fijne lijnenspel enigszins dood. Een zwart/wit strip had in artistiek opzicht meer uitkomst geboden. Afgezien van deze dissonant mag niets een vlotte uitgave van de overige delen in de serie in de weg staan want Merlijn is een aanwinst voor het Nederlandse stripgebied!