Artikelen

The Pander Bros.

Hollandse export in comicland

Een kijkje in de Amerikaanse stripkeuken. Aan het woord: Jacob en Arnold Pander, twee comictekenaars van Nederlandse origine. Ze debuteerden in de V.S. met Grendel, op tekst van Matt Wagner. Van Grendel en Matt Wagner zullen we binnenkort meer zien, wanneer Wagners Batman vs. Grendel op de markt komt. De Panders togen verder en maakten vier delen Ginger Fox. Daarna werd het stil rond de gebroeders. Ze vertrokken naar Nederland en bereidden in Amsterdam, op het atelier van hun oom, een eigen strip voor: Visa. Dat is alweer een tijdje geleden. Ze zitten inmiddels al weer hoog en droog in de Verenigde Staten en zie daar: hun naam duikt weer hier en daar op. Eén nummertje waren ze gasttekenaars van The Badger, op tekst van Mike Baron en ze maakten een driedelig horrorverhaal Exquisite Corpse voor uitgever Dark Horse. Dames en heren, maak kennis met... The Pander Brothers!

Allereerst: Hoe oud zijn jullie? Jacob Pander: Ik ben in 1965 geboren en Arnold in '67 te Amsterdam. Al snel zijn we naar de VS verhuisd en in Portland, Oregon gaan wonen. Rond m'n negende ben ik gaan tekenen. Mijn vader is schilder en mijn moeder ook. We zijn dus in een artistieke familie opgegroeid. Mijn vader ontwierp sets voor het onafhankelijke toneel in Portland gedurende de zestiger en zeventiger jaren. Nu doet hij vrij werk of schildert in opdracht. Op de middelbare school zijn Arnold en ik zo'n beetje gaan samenwerken. We maakten samen strips voor de schoolkrant. Echt samenwerken gingen we toen we in de poster-business terechtkwamen. Daar leerden we ons bekwamen in het illustratiewerk. Arnold Pander: Daar kwam ook een eind aan het eeuwige geruzie over wiens naam er nu voorop kwam te staan. Vandaar die Pander Bros.-naam. JP: Op school klooide ik ook nog wat met films maken en na de middelbare school... AP: ...kregen we echte banen. Hoewel... rare baantjes. JP: We probeerden poen te vangen voor ons tekenwerk door middel van het ontwerpen van business-cards, rockposters en wat dies meer zij. Ik hield me meer met filmen bezig tot op een gegeven moment Matt Wagner in Portland was voor een signeersessie en werk van Arnold in een comicwinkel zag hangen. Grendel Werkte jij zelf in die comicwinkel, Arnold? AP: Ja, ironisch genoeg hing mijn werk in een comicwinkel waar ik een jaar gewerkt had en was weggegaan om meer tijd aan striptekenen te kunnen besteden. Matt Wagner had daar een briefje voor mij achtergelaten waarop stond dat hij geïnteresseerd was in mijn werk. Ik heb toen proeftekeningen gemaakt; er waren ook nog andere sollicitanten, ondermeer de inkter Jay Geldof. We kregen de strip zonder dat we ècht van plan waren strips te gaan tekenen. We waren meer bezig om manieren te verzinnen om... JP: ...aan eten te komen! AP: Haha! Nou ja, manieren om aan geld te komen. Er is maar weinig werk voor tekenaars in Portland, tenzij je goed bomen en koelkasten kunt tekenen. Dus we grepen Grendel met beide handen aan, maar wel op een manier waarbij de benadering anders was, meer experimenteel. Hoe kwamen die proefpagina's tot stand? AP: Comico, de uitgever, wilde een visuele scène zonder woorden. Jacob kwam toen op het idee om het meisje, Grendel, met een vriendje uit te laten gaan. Het vriendje wordt vermoord en zij gaat als Grendel achter de moordenaar aan. Nogal gewelddadig, dus ik zei meteen: prachtig, doen we! Ik denk dat we daardoor de opdracht gekregen hebben. Misschien ook door de manier van vertellen. We halen onze inspiratie vaak uit films. Jullie panel-indeling doet erg aan een widescreen filmscherm denken. JP: De pagina's zijn horizontaal vormgegeven, klopt. Dat is vrij spontaan gebeurd. Later, bij Ginger Fox kozen we daar bewust voor. AP: We probeerden met deze nieuwe structuur, het ritme beter te bepalen en beter te laten zien wat er op de panels gebeurt. We wilden de platgetreden paden verlaten en de objecten van de pagina's laten springen. JP: Het is ook zo gedaan, omdat we meer speelruimte wilden hebben. Niet zo serieus ingekaderd, maar op een manier, dat we zo spontaan mogelijk iets over kunnen brengen. Durfden jullie je meteen al te laten gaan toen jullie aan Grendel begonnen? JP: Nou, we waren toen meer aan het uitproberen hoe ver we konden gaan met experimenteren. AP: Het kwam ook goed uit dat de uitgever ver weg zat. We communiceerden alleen per telefoon over het werk, dus we hadden niet het gevoel dat ze over onze schouder mee konden kijken en konden zeggen hoe we het moesten doen. Maar het is ook voorgekomen, dat ze ingrepen. Jacob had mutanten getekend die er niet uit zagen. Toen we nummer 9 van Grendel binnenkregen bleek, dat sommige van onze tekeningen hertekend waren. Dat was een interessante verrassing. Kunnen jullie iets meer vertellen over de Amerikaanse manier van strips maken? Hoe zagen de scenario's er uit die jullie kregen van Matt Wagner? JP: We werkten volgens een methode die door Marvel is ontwikkeld. Hierbij krijgt de tekenaar een plot waarna de uiteindelijke tekst wordt gemaakt nadat de tekenaar het verhaal getekend heeft. Vroeger schreef men het verhaal eerst helemaal uit, met dialogen en al. Daarna werd er pas getekend. Op de nieuwe manier werd het meer een lopende productielijn. We kregen scène-indelingen, waarbij gezegd werd hoe lang ze mochten duren. Is het niet moeilijk om met zo'n los plot te werken? Bij Marvel werkten ze toen met ervaren oude rotten in het vak. Die wisten wat ze deden. JP: Het beviel mij beter dan het werken met Mike Baron (Ginger Fox). Hij schetst het hele verhaal zo'n beetje voor, inclusief dialogen. Op deze manier legt hij je meteen vast in een structuur waar je niet onderuit kunt. Je kan daardoor minder creatief te werk gaan. Was Grendel een succes? AP: De eerste nummers liepen goed, omdat er nogal een hype omtrent Grendel was. Vanwege de korte zwart/wit-verhalen en omdat Matt Wagners Mage-strip ook een grote schare volgelingen had. Toen onze nummers uitkwamen vond het publiek ze nogal controversieel. Ze waren anders getekend dan Matt Wagners oude Grendels en daar hadden de lezers nogal wat moeite mee. Ze hadden wat tijd nodig om er aan te wennen. Is het jullie bedoeling geweest om Grendel er agressiever uit te laten zien dan de gemiddelde Marvel-comic? JP: Het hele idee achter Grendel was eigenlijk een studie van geweld. Wij hebben dat niet terughoudend op papier gezet. We hebben het zo intens mogelijk gedaan, maar wel op een smaakvolle manier. Alles binnen de context van het verhaal. We hebben nooit geweld laten zien om wille van het geweld. AP: Ik denk dat het geweld extra opviel, omdat de rest van het verhaal visueel heel tam werd neergezet. De opbouw was traag en de karakterisering was subtiel, zodat dat erg contrasteerde met het geweld. We zijn niet vies van een portie bloed, maar er waren momenten dat we een beetje huiverden bij wat we deden. Lag dat aan de schrijver? Was hij degene die jullie zo ver wilde laten gaan? AP: Sommige scènes deden we op een slapstick-manier om als tegenwicht te dienen voor het serieuze gehalte van het geweld. Echter wel binnen de context van het verhaal, zodat de lezers het konden tolereren. Toch heb ik de indruk dat jullie er lol in hebben om extreem te tekenen. JP: Absoluut! Daar komt zeker een groot deel van onze eigen lol vandaan. Eigenlijk komt het er op neer, dat je je eigen entertainment creëert. Je maakt in eerste instantie iets voor jezelf, het is jouw visualisering van het verhaal. ledere keer probeer je jezelf te overtreffen en nieuwe invalshoeken te vinden, om een zo groot mogelijke reactie uit te lokken. Je hoopt dat het de mensen zal aangrijpen. Het is niet het ophemelen van geweld, het is zo gebracht dat mensen het ervaren, voelen. Dat is onze benadering bij het tekenen. Als je iets tekent, voel je datgene wat je tekent ook. Zo kun je het visualiseren op een manier die jou het meest dramatisch of meest pijnlijk lijkt. Zijn jullie het altijd met elkaar eens over de benadering van het visualiseren? AP: De meeste meningsverschillen gaan over het vertellen van het verhaal, hoe je het in beeld brengt. Niet qua uitwerking, maar wat de opzet betreft. We laten elkaar vrij op punten waar we goed in zijn. Er zijn van die dingen zoals gebouwen, waar ik Jacob altijd zijn gang in laat gaan. 'Jij doet al de gebouwen,' zeg ik dan tegen hem 'dan teken ik wel alle handen'. JP: Het gebeurt vaak, dat we naar potloodschetsen kijken en dat er dan iemand oppert dat de compositie beter kan. Kunnen jullie vertellen waar Grendel over gaat? JP: Het is afgeleid van de Beowulf-figuur, wat een goedkeuring van geweld inhoud, vanuit het perspectief van het beest of de moordenaar. AP: Ons verhaal is opgesplitst in twee delen: het dagboek-gedeelte en het verhaal daar buiten. We zien de handelingen van de hoofdfiguur Christine Spar, die in de ogen van de maatschappij als een psychotische moordenaar werd gezien, uitgelegd in haar dagboek. De oorsprong is een klassiek verhaal dat Beowulf heet en dat gaat over een beest dat de moord op haar kinderen wreekt. Het beest, de Grendel, is een verschrikkelijk monster dat kleine dorpjes terroriseert. Later schreef John Gardner een boek, Grendel genaamd, over het zelfde voorval maar nu gezien vanuit de belevingswereld van het monster. Een complete omdraaiing van het gebeuren, zodat er een psychisch inzicht ontstaat in het gedrag van het monster, met zijn eigen angsten en verdriet om de kinderen die door mensen zijn vermoord. In de stripversie is Grendel een vrouw, wiens kind ontvoerd wordt en daarna gedood. Daarna ontketent ze een golf van geweld. We zien de reactie van de gemeenschap en haar motivatie. Daarna heeft Matt Wagner weer nieuwe Grendel-verhalen geschreven met nieuwe hoofdpersonen die ook weer geweld ontketenen en er daarna uiteindelijk ook zelf aan kapot gaan. AP: Ja, want het doden is uiteindelijk zelfdestructief. In latere nummers legt Matt Wagner uit dat Grendel de duivel is, die de mensen verleidt en dat is erg in tegenspraak met de voorgaande verhalen. AP: De nieuwe verhalen zijn zeker vanuit een religieuze optiek geschreven. JP: Er zijn nogal wat mensen die uit hun bol zijn gegaan bij het lezen van Grendel. Toen we naar onze eerste comic-conventie gingen, vertelde Mike Kaluta ons, dat hij een vrouw had gesproken over Grendel die over de strip uitviel en die vond, dat het een duivelse strip was. Het schijnt dat de uitgever Comico al eerder narigheid heeft gehad omtrent Grendel. Toen Comico hun comics naar een distributeur stuurden, wilde hij niets meer met ze te maken hebben, want Grendel was werk van de duivel. Misschien kwamen er vlammen uit het postpakket waarin het zat? Hebben jullie last van censurering gehad? JP: Het enige waar we moeite mee hadden, was de term 'parential guidence suggested', die op de cover van Grendel staat. We wisten eigenlijk niet precies wat dat betekende. Comico vond dat we een bepaalde seksscène te pikant hadden getekend. Dat moesten we veranderen zodat het wel onder het label 'P.G.' kon. AP: Het rare was, dat men niets tegen het geweld had, maar wel tegen seks. Toen hebben we het zo veranderd dat de man de vrouw bij haar haren grijpt en krabt. Dat vond men okay, dus ze verruilden de erotische seks voor gewelddadige seks. Who's that lady? Ginger Fox! Wat gebeurde er na Grendel? JP: Ze benaderden ons om een 3D-strip van Max Headroom te maken, maar dat ging niet door in verband met heisa omtrent de rechten. Bovendien vonden de producers van Max Headroom het script van Mike Baron niet leuk. Daar voor in de plaats wilden ze een bewerking van een televisie-aflevering, maar voor televisie werd de serie stopgezet, dus het had niet echt veel zin meer. Aan de andere kant vonden we het niet erg, omdat het ongeveer hetzelfde zou worden als Grendel. We wilden de modekant op. Toen Ginger Fox kwam, konden we dat mooi exploiteren; vreemde kapsels, hoge hakken, mooie jurken, een soort bourgeois-sfeertje. Hoe zijn jullie aan Ginger Fox gekomen? AP: De uitgever had al een album van Ginger Fox op de markt gebracht en nu wilden ze een miniserie hebben van haar. JP: Wij waren net klaar met Grendel en ze wilden ons aan het werk houden. Bovendien moest het een stuk commerciëler worden dan het album. Dat oogstte namelijk goede kritieken, maar het was een financiële strop. Ze dachten waarschijnlijk dat het wel zou gaan verkopen als ze onze 'New Wave'-flair er aan vast zouden koppelen. Aanvankelijk vonden we het de moeite waard om te tekenen omdat het ging over een vrouw die carrière probeert te maken in een mannenwereld. AP: Maar toen we er mee bezig waren bleek het een satirische kant op te gaan. Dat hebben we toen in de tekeningen versterkt, we zijn cartoon-achtiger gaan tekenen. Jullie vertelden eerder in dit gesprek dat jullie nogal wat problemen met Mike Barons scenario hebben gehad... AP: Nee..., niet echt. Nu liegen jullie! JP: Oké, toch wel. We verwachtten een ander verhaal. We dachten dat Baron een bepaalde affiniteit had met die problematiek. Daar hadden we met hem over gepraat, maar dat kwam er niet uit. AP: Het was wel een spontaan en chic verhaal en ik zou graag nog eens met hem willen werken. Hebben jullie het er nog met hem over gehad? JP: Nee, zijn voornaamste reactie was: 'Maak je er niet druk over. Teken het maar, zodat het gepubliceerd kan worden.' De communicatie was niet zo gedreven als met Matt Wagner. Die wilde echt iets persoonlijks maken. Ginger Fox was gewoon een volgend project voor Mike Baron. Niet persoonlijk en veel fabrieksmatiger in aanpak dan Grendel. Daar moesten we nogal aan wennen. In hoeverre is modetekenwerk belangrijk voor jullie? AP: Toen Grendel uitkwam liet ik me inspireren door mode-illustratoren en andere designers, zoals bij voorbeeld Antonio Lopez en Patrick Nagel. Beiden zijn ze inmiddels dood. Ik weet niet wie ons op dit moment beïnvloedt. Daniel Torres misschien? AP: Ja, zijn werk is een invloed. Ook Will Eisner en ga zo maar door. Een hoop Europese striptekenaars zijn fantastisch. Jullie worden ook wel 'New Wave'-tekenaars genoemd. JP: Ja, ze prikten ons die naam op, vanwege de haarstijlen, de harde benadering. AP: Die scherpe kant aan ons tekenwerk komt voornamelijk door het inktwerk van Jay Geldof. Onze tekenstijl is een stuk losser. Bij Ginger Fox probeerden we een inktstijl te vinden die dicht bij het potlood lag, maar ik voelde me niet zo op m'n gemak met een penseel, omdat het teveel de originele potloodlijn veranderde. Dus hebben we het geïnkt met een croquil-pen, wat enorm veel tijd kostte. Het resultaat was op sommige momenten geslaagd, maar niet altijd. Een verfijnde penseeltechniek zou toch beter geweest zijn, dus we moeten nog wat meer oefenen met penseel. Zoals het er nu uitziet is het een stuk platter dan ik had gehoopt. Nieuwe wegen Jullie gaan nu comic-conventies afschuimen om van uitgevers werk los te peuteren? JP: Ja, na Grendel en Ginger Fox, wilden we eigenlijk een eigen strip doen. We zijn naar Amsterdam gekomen om deze strip te schrijven. Ik heb nu het gevoel dat ik iets aan te bieden heb van onszelf. We moesten gewoon ons ei kwijt. AP: Het is nu alsof we verlost zijn van die belasting. JP: Nu kunnen we met een open houding naar de conventie gaan om contacten te leggen met schrijvers om samen te werken aan projecten. We hebben ons eigen project onder controle en we kunnen nu beide doen. We voelen ons nu op ons gemak voor andere projecten. AP: Het werktempo ligt zo hoog in de VS, dat je gemakkelijk je persoonlijke werk kan verliezen. Je moet werk afstoten en uit je omgeving ontsnappen om je te realiseren wat er in je eigen hoofd omgaat. Dat is ook één van de redenen geweest waarom jullie naar Holland zijn gekomen? AP: Ja, de hoofdreden. Maar natuurlijk ook om de mooie Hollandse meisjes te zien, haha! En om meer tijd door te brengen met onze familie. Het schrijven was ook een mooie reden om weg te kunnen uit de VS. We hoopten dat we het project vanuit Nederland konden verkopen, zodat we hier geld binnen zouden krijgen en dan door konden gaan, maar dat is niet gelukt. Het is eigenlijk een project dat over zes delen loopt. We hebben nu het eerste deel uitgewerkt. Dat speelt zich overigens hier in Amsterdam af. De andere delen spelen zich op andere locaties af; één in Rome, één in Berlijn, enzovoort. Kuifje is van groot belang voor ons. Het was de eerste strip die we lazen. We willen een soort moderne Kuifje maken, maar daar zijn we nog niet helemaal rijp voor. Kun je er wat meer over vertellen? Het heet Visa? JP: Het is wel grappig om te zien hoe het gaandeweg allerlei veranderingen onderging. In het begin wilden we een rechttoe-rechtaan Kuifje-achtig avonturenverhaal schrijven. Uiteindelijk is het een verhaal geworden dat meer op onze eigen persoonlijke ervaringen is gebaseerd. De personages reflecteren meer en meer ervaringen die wij hier hebben opgedaan en onze kijk op het wereldgebeuren. Het verhaal is veel politieker geladen geworden. De basis is een vlot avonturenverhaal handelend over hedendaagse politieke problemen, zoals de multinationals, de exploitatie van de derde wereld of het gevaar van een dreigende politiestaat. Deze elementen zijn door het verhaal heen geweven en hopelijk neemt de lezer ze tussen neus en lippen door mee, zonder het gevoel te hebben dat er gepreekt wordt. We hopen dat het aanspreekt. Het is geen politiek platform voor ons, het is meer een verkenningstocht zonder dat we boude beweringen doen. Het is ook een tijdopname zoals we er nu over denken. Het is in ieder geval een grotere uitdaging om je eigen ideeën op papier te zetten en niet die van iemand anders. Als mensen ons nu om verantwoording vragen kunnen we daar op ingaan. Dat was het frustrerende van het werken aan Grendel. Achter sommige aspecten kun je staan, maar achter andere niet. Op een comic-conventie in Londen kwam er een verontwaardigde vrouw naar ons toe die haar beklag deed over de nieuwe Grendel-verhalen. We konden alleen maar schuchter onze schouders ophalen, omdat we de gewreekte verhalen, door ons verblijf in Nederland, nog helemaal niet onder ogen hadden gehad. Het enige dat er nog van ons in Grendel zit, is ons logo-ontwerp. Dus jullie willen niet, dat Visa zo snel mogelijk gepubliceerd wordt. AP: Natuurlijk, maar het is niet meer een hoofdzaak. Het is belangrijk dat we nu ons gezicht laten zien, visueel present zijn. Willen jullie eerst weer wat naambekendheid opbouwen alvorens iets anders te doen? JP: Nee, dat is het niet echt. We willen dit project verder ontwikkelen om er zeker van te zijn dat het persoonlijk blijft. Tot het moment dat we er helemaal zeker van zijn. Als we er nu de markt mee op zouden gaan, is het een project waarbij een uitgever heel makkelijk over onze rug heen andere schrijvers er bij kan halen om bij voorbeeld de dialogen te schrijven. Omdat we nog niet veel op onze naam hebben staan, zitten we in een zwakke positie, dus we moeten nog even flink aan de weg timmeren en dan onze slag slaan! Hoe was het om in Amsterdam te werken? AP: Helaas hebben we geen flikker uitgevoerd in Amsterdam! JP: Nee, serieus. We hebben hier geschreven en niets verdiend, maar het was een geweldige ervaring. Blijven jullie voorlopig nog samenwerken? JP: Nou, dat is de vraag. Ik wil me eigenlijk meer met filmmaken bezighouden en Arnold met striptekenen. Ik heb geprobeerd om hier op de filmacademie te komen, maar dat is me niet gelukt. Misschien lukt het me in Londen. AP: Tja, dan zal ik toch eens alles zelf moeten gaan tekenen, dus ook de decors en andere vervelende dingen. Haha!
door Michel Nadorp Ger Apeldoorn
Stripschrift 235
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Privacy en voorwaarden Accepteer Weiger